Overweging afscheid pastor Adrie Lint

Zondag 27 januari nam pastor Adrie Lint afscheid van onze parochie. In een druk bezochte afscheidsviering hield hij de volgende overweging – de lezingen staan onder de tekst.

Beste mensen,

Wie ooit in het echt een bolbliksem heeft gezien weet hoe afschrikwekkend zo’n vuurbal kan zijn. Eén keer heb ik zelf zoiets meegemaakt. Op een snikhete, drukkende zomerdag, kwam er aan het einde van de dag zwaar onweer op: donkere luchten met een spookachtig dreiging. We hoorden een hels gedonder en zaten met grote ogen naar de bliksemschichten te kijken. In enkele seconden zagen we een bolbliksem, een kleine voetbal, met spattende rode flitslichten.

Hij rolde over de dakgoot naar beneden, gleed langs de regenpijp onze kant op en schoot ineens weer van ons weg. Adembenemend; we waren totaal verrast. En daarna was ieder opgelucht dat het voorbij was. Vreemd: ik had mij helemaal niet bang gevoeld. Voor mij was het alsof er een vuur uit de hemel kwam. Mijn ziel was geraakt: hier was God bij. Die bolbliksem maakte mij duidelijk dat hemel en aarde met elkaar verbonden zijn.

Niet alleen toen, maar elke dag ervaar ik de samenhang tussen Gods Liefde en ons mensen. God waakt over je komen en gaan.

Zusters en broeders,
dit gaat precies over de taak die ik als pastor in de voorbije 38 jaar heb willen uitvoeren. “Waarom ben jij pastor geworden?” vroeg Helma mij in een interview. Heel simpel, om mensen zoals u te helpen zich weer verbonden te voelen met Gods Liefde. Dat was mijn gehele functieomschrijving en dat blijft mijn roeping: mensen uitnodigen om Gods Liefde te ervaren in het leven van alledag.

In 2011 vierden we het 750-jarig bestaan  van de Martinus-gemeenschap en van deze kerk. Met onder meer een prachtige expositie 750 jaar Heilige Martinus. Meer dan 70 kunstenaars hadden nieuw werk gemaakt, schilderijen, beelden, installaties en andere creaties. steeds rond de persoon van de heilige Martinus. Met alle kunstenaars heb ik toen gesprekken gevoerd over hun eigen religieuze wortels. Hoe zij in hun artistieke bezigheid God wel of niet ervaarden. Of de Geest van God een creatieve bron voor hen kon zijn. Een van de kunstenaars was Daan van Tricht, een jonge schilder. Hij raakte geïnspireerd door het verhaal van Martinus, dat we zojuist in de eerste lezing gehoord hebben. Hij heeft er zijn eigen creatie van gemaakt – daar staat het. Na de expositie heb Ik het werk gekocht en het heeft sindsdien in mijn werkkamer gehangen. Daan van Trigt heeft mij over het creatieve proces verteld.  Die heilige Martinus heeft hij geschilderd als iedere mens: kijk de mens, vrouw of man die in de grote stad haar of zijn weg zoekt. Kijk je ziet de skyline van New York, of van Princenhage, Prinsenbeek, Effen. En als je je eigen levensweg wilt gaan, dan heb je zo’n vuurbal nodig, zo’n lichtende bol van boven die met je meegaat. Want zonder die vurige geestkracht red je het niet.

Zoiets moeten die mensen in de kerk ook beseft hebben, toen Martinus zijn kleren uittrok voor een arme mens en in zijn blootje voor het altaar stond, – een mens puur, zonder opsmuk, met al zijn kracht en in alle kwetsbaarheid – toen zagen ze een Liefdesvuur boven hem stralen. God was erbij.

Dat heb ik zelf in de 38 jaren dat ik pastor was ook mogen ervaren. In de vele contacten, de geloofsgesprekken, in de cursussen die ik gegeven heb, over de bijbel, het Thomas-evangelie, Hadewijch, Opnieuw beginnen.  In de vele vieringen waarin ik mocht voorgaan. In zovele ontmoetingen: God was erbij.

Bijvoorbeeld bij de uitvaarten, toen we afscheid namen van Mark, van Jaan, van Jo, van Ineke, van Riet, van Jan, van Toon, van Tiny, van Àdrie, van Luus, van Ber en van zoveel dierbaren meer. We hebben samen afscheid van hen genomen, herinneringen opgehaald, hun liefde genoemd en we hebben gevoeld dat God ook huilt om ons verlies. We hebben hen liefdevol herdacht en tegelijk overgegeven aan het eeuwige Licht. Want God waakt over ons komen en gaan.

“God als u bestaat” bad ik regelmatig hardop. Niet omdat ik twijfel aan haar aanwezigheid maar omdat God altijd een vraag blijft. Wij kunnen God wel ervaren, maar God is nooit een zekerheid. God blijft het geheim van het leven. Daar heeft onze tijd, onze cultuur het moeilijk mee. Want alles moet transparant zijn, te verklaren Maar de belangrijkste dingen van het leven, – waarom je van iemand houdt bijvoorbeeld, dat je vrienden en vriendinnen hebt, of dat je in je hart Gods Liefde voelt – die levenswaarden blijven altijd een mysterie.

Hoe heb ik als pastor dat aan mensen duidelijk kunnen maken? Hoe laat ik aan andere mensen zien dat Gods Liefde bij de mensen te vinden is? Daar speelt Jezus van Nazareth voor mij een belangrijke rol. Voor mij is hij een voorbeeld van hoe goed leven kan zijn. Jezus kent je vanbinnen, zoals de dichter Inge Lievaart zegt. Voor mij is Jezus een open deur naar Gods Liefde. Als mensen aan hem vragen wie hij toch is, een nieuwe Mozes of Elia, zegt hijzelf: “Ik ben een open deur.”

Daarom heb ik een tekst over Jezus uitgezocht die mij ter harte gaat. Jezus gaat met twee leerlingen de berg Thabor op gaat. Hij gaat de berg op, denk ik, om te bidden, om bij God te zijn. Want Jezus bidt niet alleen met woorden; hij is in gebed. Hij zoekt contact met dat Goddelijke Geheim van het leven. En als je dat doet, gebeurt er iets bijzonders. Op de berg wordt Jezus van gedaante veranderd.  Zijn gelaat verandert van aanblik en hij gaat stralen als de zon, zijn kleed wordt een lichtend vuur. Laat ik het met mijn eigen woorden zeggen. Als het leven, met al zijn zorgen en tegenslagen, maar ook met al zijn vreugde, ontroering en liefde, ons overdondert, dan is het tijd om contact te zoeken met God. Durf je te laten verrassen, door God! Om even God in de ogen te kijken en vanuit die liefdevolle ogen van God, weer naar de wereld te kijken, naar jezelf, naar je eigen leven, naar wat je zelf meemaakt. Bidden verandert misschien de situatie niet, maar het verandert zeker degene die bidt. Die gedaanteverandering kan zich in ieder van ons voltrekken. Even God van dichtbij mogen ervaren en dan weer afdalen, terugkeren tot de orde van de dag. Wel het besef blijven vasthouden dat er een diepe samenhang is tussen ons leven en het geheim van God. Niet verder uitleggen; hou het geheim geheim, zegt Jezus ook tegen ons.

Beste mensen,
Na vanmorgen gaan onze levens verder. Ik mag met pensioen en ga eerst uitrusten van een zware periode in ons leven. En U, parochianen gaan verder met de nieuwe parochie. Maria Magdalena is gelukkig de patrones geworden, want zij is een vrouw die mij erg aanspreekt. Daarom heb ik voor ieder van u een glossy gemaakt over haar leven, werk en betekenis.  Wanneer u straks de kerk verlaat, mag u er een meenemen. Zie het als een blijk van dankbaarheid van mij dat ik als pastor mocht voorgaan in uw gemeenschap.  U was er telkens bij en God was erbij en ik mocht erbij zijn. Daarvoor ben ik u allen en God erg dankbaar. Uit de grond van mijn hart: dank u wel!

 

Eerste Lezing: Verhaal van het vuur van Sint Martinus

Op een zondag ging Martinus naar de kathedraal voor de viering. De hele weg liep er een arme man achter hem aan. Het was kil herfstweer en de man had bijna geen kleren aan. Martinus kreeg het koud toen hij deze mens zag.

In de sacristie van de kerk wilde Martinus zijn gebedsmantel aantrekken. Hij stond voor de rijk gevulde kast met liturgische kleding en moest aan de arme man denken. Hij liet de kostbare gewaden door zijn vingers gaan en voelde de dikke wollen stof. Hij pakte een stevige gebedsmantel en gaf die aan de koster met de opdracht: “Zorg dat die arme man, buiten voor de kathedraal, deze kleren krijgt.” Maar de koster dacht in zichzelf: “Ik kan deze dure mantel toch niet aan die arme sloeber geven.”

De viering zou beginnen. Vanaf het altaar zag Martinus nog net dat de koster, achter in de kerk, de mantel verstopte bij het Maria altaar. En nog voor het koor begon te zingen, riep Martinus: “Zo kan ik de heilige mis niet opdragen, zolang die arme man geen kleren heeft.”

Martinus trok al zijn kleren uit en liet die naar de arme man brengen. Naakt stond hij voor het altaar. Zonder een enkel kleed droeg hij voor de ogen van iedereen de plechtige heilige mis op. En boven zijn hoofd verscheen een vuurbol die fel licht uitstraalde. Ieder die artinus zag, gehuld in het warme licht, zei: “Dit is waarlijk een man die Gods Liefde uitstraalt.”

 

Evangelie volgens Mattheüs 17, 1-9

In die tijd nam Jezus Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met zich mee en bracht hen boven op een hoge berg, waar zij alleen waren. Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd: zijn gelaat begon te stralen als de zon en zijn kleed werd glanzend als het licht. Opeens verschenen hun Mozes en Elia, die zich met Hem onderhielden.

Petrus nam het woord en zei tot Jezus: “Heer, het is goed dat wij hier zijn. Als Gij wilt zal ik hier drie tenten opslaan, een voor U, een voor Mozes en een voor Elia.” Nog had hij niet uitgesproken of een lichtende wolk overschaduwde hen en uit de wolk klonk een stem: “Dit is mijn Zoon, de Welbeminde, in wie Ik mijn welbehagen heb gesteld; luistert naar Hem.”

Op het horen daarvan wierpen de leerlingen zich ter aarde neer, aangegrepen door een hevige vrees. Maar Jezus kwam naar hen toe, raakte hen aan en zei: “Staat op, en weest niet bang.” Toen zij hun ogen opsloegen zagen zij niemand meer dan alleen Jezus. Onder het afdalen van de berg gelastte Jezus hun: “Spreekt met niemand over wat ge hebt aanschouwd voordat de Mensenzoon uit de doden is opgestaan.”